Op 01 september 2023 treedt een nieuwe wet in werking die minnelijke invorderingsregels oplegt aan ondernemingen die betaling van openstaande schulden willen bekomen van consumenten, met name de: “Wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht”.
De wet vindt enkel toepassing in B2C context, en alzo op iedere betalingsachterstand van een schuld van een consument aan een onderneming.
Het legt belangrijke verplichtingen op aan ondernemingen die betaling wensen te bekomen van consumenten in geval van vervallen schulden:
- Eerst: een kosteloze ingebrekestelling
In het geval een bepaalde schuld van een consument vervalt, is de onderneming steeds verplicht om eerst een kosteloze herinnering te versturen naar de consument tot betaling van het achterstallig bedrag. In deze fase mag de onderneming geen kosten aanrekenen, of beroep doen op een schadebeding
Vervolgens loopt een wachttijd van 14 kalenderdagen waarna de onderneming pas de nalatigheidsintresten en/of schadebeding kan vorderen van de consument.
De wachttijd gaat in:
- op de derde werkdag na verzending per post van de eerste herinnering aan de consument, of
- op de kalenderdag die volgt op de dag waarop de eerste herinnering digitaal (bv. e-mail) werd verzonden aan de consument.
De eerste herinnering moet volgens de wetgeving ook een aantal verplichte elementen vermelden (bv. het verschuldigd bedrag en het bedrag van het schadebeding in geval van niet-betaling,…)
- Wettelijke beperkingen op kosten
Na het respecteren van de wachttijd van 14 kalenderdagen, mogen kosten worden aangerekend, maar ook hier gelden belangrijke beperkingen:
- Maximumbedrag voor schadebedingen wettelijk bepaald;
- Beperkingen op intresten: contractueel bepaalde intresten mogen niet hoger liggen dan de wettelijke intrestvoet volgens de wet van 8 augustus 2002 betreffende de betalingsachterstand bij handelstransacties (op heden 10,5 %).
- Gevolgen bij niet-naleving: zware sancties
De gevolgen voor ondernemingen die bovenstaande regels niet naleven gaan zeer ver:
De rechter kan beslissen dat het bedrag dat in strijd met de regelgeving werd ontvangen moet worden terugbetaald door de onderneming aan de consument.
Tevens kunnen zeer hoge boetes worden opgelegd voor bepaalde inbreuken, die gaan van 26,00 euro tot 10.000,00 euro, tot zelfs 4% van de totale jaaromzet in het laatst afgesloten boekjaar van de onderneming.