De bescherming van de handels- en vennootschapsnaam

De vennootschapsnaam (ook wel statutaire naam genoemd) is de officiële naam  van een vennootschap, en waarmee de vennootschap wordt geïdentificeerd. Iedere vennootschap is namelijk verplicht om een naam te voeren en die in de statuten op te nemen en in het Belgisch Staatsblad te publiceren. De vennootschapsnaam kan gewijzigd door aanpassing van de statuten, hetgeen via de notaris dient te gebeuren (bij notariële akte).

De handelsnaam is de benaming waarmee handel wordt gedreven en waaronder de onderneming wordt geëxploiteerd. In de praktijk zal de handelsnaam vaak hetzelfde zijn als vennootschapsnaam, maar niets belet een onderneming om onder een compleet andere (handels)benaming dan de vennootschapsnaam deel te nemen aan het handelsverkeer. Ook eenmanszaken identificeren zich op de markt via de handelsbenaming.

  • De bescherming van de vennootschapsnaam:

De bescherming van de vennootschapsnaam vindt haar grondslag in artikel 2:3 WVV. Dit artikel bepaalt dat de bescherming toekomt aan de eerste gebruiker ervan. Doorgaans wordt als eerste gebruiker beschouwd, diegene die de vennootschapsnaam als eerste heeft laten publiceren in het Belgisch Staatsblad, hoewel hierover discussie kan bestaan.

De bescherming houdt in dat de houder van een oudere vennootschapsnaam (eerste gebruiker) zich kan verzetten tegen het latere gebruik van dezelfde vennootschapsnaam door een derde.

Vanaf de publicatie is de bescherming absoluut, ook strekt de bescherming zich altijd uit over heel België (in tegenstelling tot de handelsnaam die zich enkel uitstrekt over het gebied waar de handelsnaam uitstraling/bekendheid heeft). De geografische uitgestrektheid van de bekendheid van de vennootschapsnaam is alzo irrelevant.

Het is met het oog op bescherming niet vereist dat de vennootschapsnaam publiek wordt gebruikt (zoals wel de voorwaarde is voor de bescherming van de handelsnaam).

De bescherming zal toepassing vinden in geval er sprake is van verwarringsgevaar. Verwarringsgevaar is het gevaar dat het gebruik van een bepaalde (vennootschaps)naam door twee ondernemingen verwarring kan creëren of effectief creëert bij het publiek omtrent de oorsprong/ eigenaar ervan.

Om te oordelen of de vennootschappen concurrerend zijn of overlappende handelsactiviteiten hebben, kan rekening gehouden worden met het maatschappelijk doel van de vennootschappen zoals beschreven in de statuten of de handelsactiviteit waarvoor de vennootschap is ingeschreven in  de KBO.

In geval van verwarringsgevaar kan de eerste gebruiker een vordering tot naamswijziging instellen bij de bevoegde ondernemingsrechtbank, waarbij desgevallend een schadevergoeding kan bekomen worden. Indien het gebruik van de vennootschapsnaam een inbreuk vormt op de eerlijke marktpraktijken, kan een stakingsvordering worden ingediend bij de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank.

  • De bescherming van de handelsnaam

Het recht op de bescherming van de handelsbenaming vloeit voort uit het Unieverdrag van Parijs. De bescherming bestaat erin dat de eerste gebruiker louter op grond van het eerste commercieel gebruik een later (commercieel) gebruik van de handelsnaam die mogelijks verwarring kan stichten, kan laten verbieden in het geografische gebied waar de oudere handelsnaam gebruikt wordt. De bescherming is niet absoluut en zal worden gegeven als er verwarringsgevaar bestaat.

Voor de beoordeling van het verwarringsgevaar is van belang dat beide ondernemingen actief zijn binnen hetzelfde territorium en zal nagegaan worden of de ondernemingen een gelijke activiteit hebben.

In geval van een inbreuk kan een procedure voor de stakingsrechter worden ingesteld, of de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank, buiten eventueel recht op vergoeding van de geleden schade voor de bodemrechter.

Heeft u hierover nog vragen of opmerkingen, contacteer ons dan gerust.